Huwelijk van Petrus Mathias Moons en Maria Carolina Wilts

Akte van huwelijk tussen Pieter Mathias Moons en Maria Carolina Wilts.
In het jaar duizend achthonderd negenen twintig den eersten
dag der maand september om negen uren voor middag, voor
ons Jan Porters, Burgemeester, Ambtenaar van den Burgerlijke
   Stand der gemeente van Paal, district Hasselt, provincie
Limburg, zijn verschenen Pieter Mathias Moons, oud bijna
zevenenveertig jaren, grofsmid van beroep, wonende in de gemeente
van Paal, daar geboren den tweede december des jaars
zeventienhonderd twee en negentig, meerderjarige zoon van
Jan Moons en van Maria Iven, beide te Paal overleden
    en Maria Carolina Wilts, oud bijna drieentwintig jaren
landbouwster van beroep, wonende in de gemeente
van Paal, hier tegenwoordig en toestemmend. Welke komparanten
ons hebben verzocht over te gaan tot het voltrekken
van het huwelijk onder hen beraamd en
waarvan reeds de publicatien zijn gedaan ingevolge de
wet, te weten de eerste den  zestiende en de tweede den
drieen twintigsten dag der maand augustus jongstleden
beiden ten twaalf ure des middags en gene tegen...
tegen dit huwelijk ons kenbaar gemaakt ......
 hebben wij na voorlezing
van allen de Rechten hier boven vermeld, alsook
het zesde kapittel van den titel .. het huwelijk
van het Burgerlijk Wetboek aan den bruidegom en
bruid gevraagd of zij elkanderen voornemens zijn te
 nemen voor man en vrouw, elk van hun beurtelings geantwoord
hebben van ja, verklaren wij in naam van de wet
dat pieter Mathias Moons en Maria Carolien Wilts
door het huwelijksband verening zijn, waarvan wij
tegenwoordige akte hebben opgemaakt in de tegenwoordigheid
van Gerrit Moons, oud achtenveertig jaren, broeder
van den bruidegom, van Karel Wilts, oud vijfentwintig
jaren, broeder van de bruid, van Paul Vandergrasen,
  oud drieentwintig jaren, en van Bernard Vandergrasen
oud drieen wintig jaren, allen landbouwer van
beroep, wonende in de gemeente van Paal
dewelke deze tegenwoordige akte met ons en de komparanten
na voorlezing hebben getekend, ter uitzondering van
Karel Wilts, Jan Frans Wilts en Maria Toelen, dewelke ons
hebben verklaard het schrijven onkundig te zijn.