Huwelijk van Eduard Frans Van Utterbeeck & Marie Adelaïde Bogaerts Het jaar 1888 de 22ste van de maand Mei om tien uur veertig minuten 's morgens, voor ons Karel Jozef Philip Van Melckebeke, Ridder van de Leopoldsorde, schepen, gedelegeerde Officier van de Burgerlijke Stand van de stad Mechelen, provincie Antwerpen, zijn op het stadhuis in openbare zitting verschenen : Eduard Frans Van Utterbeeck, schrijnwerkersgast, geboren te Mechelen, den 17de janauri 1866, er gehuisvest, Milsenstraat 27, wettige en minderjarige zoon van Pieter Frans Van Utterbeeck, er overleden den 27 september 1865 en van Emerentiana De Pauw, er overleden den 17de juni 1887, zijn wederzijdse voorouders ook overleden, enerzijds en Maria Adelaïda Bogaerts, kleermaakster, geboren te Mechelen, den 9de november 1866, er gehuisvest met haar moeder, Milsenstraat 36, wettige en meerderjarige dochter van Jan Frans Bogaerts, er overleden den 20ste december 1866 en van Catherina Maria Lommaert, huishoudster, oud 44 jaar, hier tegenwoordig en toestemmend aan 't huwelijk, anderzijds. Welke comparanten ons aangezocht hebben over te gaan tot de voltrekking van het huwelijk tussen hen ontworpen, en waarvan de aankondiging geschied is in deze stad de zondagen den 6de en den 12de van deze maand mei. Geen tegenstelling aan dit huwelijk ons betekend zijnde, recht doende aan hun verzoek, en na de partijen voorlezing gegeven te hebben der boven aangehaalde stukken, alsook van kapittel VI van het Burgerlijk wetboek, titel 5, rakende het huwelijk en aan de toekomenden en de toekomende gevraagd te hebben of zij elkander voor man en vrouw willen nemen ? Elk van hen afzonderlijk en bevestigend antwoordende hebben wij in de naam der wet uitgesproken dat Eduard Frans Van Utterbeeck en Maria Adelaïda Bogaerts door het huwelijk verbonden zijn. De contractanten hebben ons ogenblikkelijk verklaard dat er tussen hen geen huwelijksvoorwaarden bestaan. Van dit alles hebben wij den tegenwoordige akte opgemaakt in tegenwoordigheid van Lodewijk Van Utterbeeck wijntrekker, oud 28 jaar, broer van de bruidegom, gehuisvest te Brussel, Pieter Voet, koperslager, oud 34 jaar, stiefvader van de bruid, Pieter Jan Frans Voet, stoelmaker, oud 61 jaar en van Jozef Massart, schrijnwerkersgast, oud 28 jaar, beide geen bloedverwanten van de comparanten, de drie laatste getuigen gehuisvest te Mechelen. Lezing gegeven zijnde, de comparanten en de vier getuigen hebben met ons getekend, de moeder van de bruid heeft verklaard niet te kunnen tekenen door ongeleerdheid. |